Gratis levering vanaf 149€

Veilig op zee: Zo vind je het juiste reddingsvest

Sicher auf See: So findest Du die passende Rettungsweste

Yachticon Nagel |

De perfecte tijd op het water lukt alleen als naast plezier en comfort ook voor de nodige veiligheid wordt gezorgd. Belangrijk daarvoor: het juiste reddingsvest. Hierop moet je letten bij de aankoop!

De aanschaf van een reddingsvest moet niet lichtvaardig worden opgevat. Want één ding moet altijd duidelijk zijn: het gaat om de veiligheid van mensenlevens. Niemand plant om overboord te gaan, maar precies op dat moment grijpt het reddingsvest in en kan levens redden. Zijn taak is het, de persoon in het water zo lang mogelijk aan de oppervlakte te houden en zo bij te dragen aan het vrijhouden van de luchtwegen van water.

De opdrijfklassen van reddingsvesten

Het onderscheid tussen vaste en automatische reddingsvesten is snel duidelijk: vaste reddingsvesten zijn voor watersporten waarbij je ook wel eens nat wordt, zoals kitesurfen, zwaardbootzeilen of kajakken. Bij hen bestaat niet het gevaar dat ze per ongeluk afgaan. Toervaarders en motorbootvaarders kiezen meestal voor automatische reddingsvesten, die pas bij een val in het water afgaan. Beide soorten vesten kunnen worden ingedeeld in vier drijfvermogensklassen volgens DIN EN ISO 12402: 50 Newton (N), 100N, 150N en 275N.

De zwemvesten moeten bij elk weer worden gedragen.
  • 50N-Westen: Ze dienen als zwemhulpmiddel. Een zelfstandige draaiing van een bewusteloos lichaam in het water is niet mogelijk. Deze vesten zijn vooral geschikt voor geoefende zwemmers in de buurt van de oever en mogelijke helpers.
  • 100N-vesten: Ook deze vesten zijn slechts beperkt bewusteloosheidsveilig. Dit hangt sterk af van de gedragen kleding en hoe de betreffende persoon in het water ligt. Ze moeten daarom alleen in binnenwateren of beschermde gebieden worden gebruikt.
  • 150N-Westen: Westen van de opdrijfklasse 150 Newton zijn geschikt voor alle wateren. Bij het dragen van zware weerkleding zijn ze echter slechts beperkt bewusteloosheidsveilig. Deze klasse is het minimum voor iedereen die offshore onderweg is.
  • 275N-Westen: Deze reddingsvesten zijn geschikt voor elk water. Ook met slechtweerkleding en zware omstandigheden zijn zwemvesten van deze drijfklasse bewusteloosheidsveilig.

In de realiteit wijken de waarden meestal af van de DIN-klassen. Bijvoorbeeld de Baltic Legend. Hoewel deze onder de 150-Newton-klasse valt, beschikt hij in werkelijkheid over 165 Newton. Daarmee heeft hij meer drijfvermogen dan voor zijn klasse voorgeschreven.

Dit moet je overwegen bij het kopen van je reddingsvest

De eerste vraag voor de aankoop van een reddingsvest moet altijd zijn: Wat ben ik van plan? Kustzeilers, die vooral bij goed weer onderweg zijn, hebben andere eisen dan oceaanzeilers, die ook wel eens in een storm terecht kunnen komen. Dit antwoord bepaalt dan de keuze van de juiste Newton-klasse. Oceaanzeilers moeten kiezen voor reddingsvesten van de drijfklasse 275 Newton. Bij meer drijfvermogen is ook een grotere patroon nodig. Dit leidt tot een hoger gewicht en soms minder draagcomfort, waardoor het vest vaak in de bakskist blijft. Maar: Een reddingsvest in de kast redt geen levens. Wie van plan is de zware oliejas in de tas te laten, is daarom ook goed bediend met de 150N-klasse.

In totaal moet het drijfvermogen sterk genoeg zijn om de persoon in het water in geval van bewusteloosheid op de rug te draaien en vervolgens mond en neus permanent zo ver mogelijk uit het water te houden. Daarbij geldt: hoe groter de afstand van het hoofd tot het water, des te beter!

Het lichaamsgewicht van de mens speelt overigens geen rol bij de keuze van de drijfklasse. Mensen liggen altijd op een vergelijkbare manier in het water, alleen het hoofd met een gewicht van ongeveer vier tot zes kilogram moet betrouwbaar boven water worden gehouden. De kleding met hun luchtinsluitingen hebben de grotere invloed. In principe geldt: hoe meer (zwaarweer-)kleding wordt gedragen, des te groter het benodigde drijfvermogen. 

Baltic Athena 165N Automatische reddingsvest reddingsvesten Baltic Zwart / Grijs

De uitrusting van het reddingsvest

Naast het drijfvermogen van het reddingsvest speelt ook de uitrusting een grote rol. Ook hier geldt: hoe preciezer ik mijn voornemen kan benoemen, des te makkelijker valt de keuze. Een motorbootvaarder heeft bijvoorbeeld geen lifeline nodig, omdat er vaak geen bevestigingspunten zijn. Een zeiler daarentegen wil hier liever niet op besparen.

Belangrijke factoren bij de keuze van het reddingsvest zijn: de automatische eenheid met patroon, de constructie van het drijflichaam, de spraycap, noodverlichting en de uitvoering van de taille-, kruis- en reddingsgordel.

  • De automatische eenheid met patroon: Het is verstandig om bij de aankoop erop te letten dat het reddingsvest over een verkeerslichtsysteem en een kijkvenster beschikt. Zo wordt in één oogopslag duidelijk of het systeem operationeel is. Daarnaast moet het vest ook handmatig geactiveerd kunnen worden, wat bijvoorbeeld bij regattazeilen interessant kan zijn. Wie langere tijd onderweg is, moet ook rekening houden met het thema reserveonderdelen: Kan het vest na activering handmatig worden gereactiveerd of moet eventueel de gehele automatische eenheid door vakmensen worden vervangen? Bij de aankoop van de vervangingspatronen moet er bovendien op worden gelet dat ze bij de drijfklasse van het vest passen.

 

  • De drijflichaam: Het drijflichaam zorgt voor de opwaartse kracht. Een groot deel daarvan bevindt zich voor de borst, om de persoon in het water betrouwbaar in de bewusteloze veilige positie te draaien. Slechts een klein deel bevindt zich in het hoofd- en nekgebied. Het drijflichaam van het reddingsvest moet zijn uitgerust met een ventiel dat het mogelijk maakt om lucht te laten ontsnappen of het vest op te blazen. Daarnaast moet het beschikken over een signaalfluit en reflecterende strips. Bij veel vesten optioneel, maar een absoluut zinvolle aanvulling: Het noodlicht. Het wordt geactiveerd bij contact met water en brandt dan acht uur lang, wat het vinden van de persoon in het water aanzienlijk vergemakkelijkt.
  • De sluiting van het reddingsvest: Ook al lijkt het onbelangrijk, de sluiting van het reddingsvest speelt toch een grote rol. Want alleen als het aan- en uittrekken van het vest snel en eenvoudig gaat, zal het ook gedragen worden. Van ringen die in elkaar gehaakt moeten worden, kan daarom beter worden afgezien. Hierbij moet niet alleen de wijdte voor het aan- en uittrekken vaak worden aangepast, meestal zijn ook beide handen nodig. De sluiting moet ook met handschoenen en slechts met twee vingers bediend kunnen worden. Bij één vinger zou het risico bestaan dat het vest per ongeluk wordt geopend. Bovendien moet hij ook onder belasting geopend kunnen worden, bijvoorbeeld als iemand vast is komen te zitten.

  • Lifebelt: Voor zeilers is het essentieel dat het reddingsvest is uitgerust met een Lifebelt, ook wel Lifeline genoemd. Deze wordt aan de D-ring van het vest – van stof of metaal – vastgehaakt. Een goede Lifebelt heeft drie karabijnhaken die beschermd zijn tegen onbedoeld openen. De haken zelf moeten van roestvrij staal zijn, omdat aluminium te veel lijdt in zout water. Een hoogwaardige Lifebelt beschikt bovendien over een stressindicator. Deze geeft aan wanneer de riem door een val of iets dergelijks aan een hoge belasting is blootgesteld en daardoor vervanging zinvol is.
    Baltic 3-Punt Lifeline Reddingsvesten Baltic

  • Spraycap: Deze kap wordt over het hoofd getrokken, om de luchtwegen te beschermen tegen water uit de lucht. Zo kan het risico op secundaire verdrinking door het inademen van nevel worden verminderd. Bovendien beschermt de kap tegen verdere afkoeling. De World Cruising Club, die de Atlantic Rally for Cruisers organiseert, schrijft alle deelnemers 275N-reddingsvesten met spraycap voor.

  • Noodzender: Een zinvolle aanvulling op de standaarduitrusting van het reddingsvest is voor veel zeilers, vooral langeafstandzeilers, de uitrusting met een noodzender. Als een PLB (Personal Locator Beacon) of een AIS-MOB-zender in aanmerking komt, moet het vest ook over een passende houder beschikken. Dan kan de zender zo worden ingebouwd dat hij ook bij het activeren automatisch wordt geactiveerd en dat vest en zender elkaar niet hinderen.

Bij sommige fabrikanten van automatische reddingsvesten, zoals de Zweedse reddingsvestenproducent Baltic, staat de afkorting SLA precies daarvoor: Sprayhood, Light, AIS. Deze toevoeging in de naam betekent dus dat het reddingsvest is uitgerust met een spraycap, noodlicht en een houder voor MOB-AIS of PLB. Deze eisen worden ook gesteld door de wereldzeilbond World Sailing aan hoogzeewaardige reddingsvesten.

De zit van het reddingsvest

Het reddingsvest, of het nu een vaststof- of automatisch vest is, moet bij elke tocht gedragen worden. Om ervoor te zorgen dat dit ook gebeurt, moet het comfortabel zijn. Daar hebben de fabrikanten de afgelopen jaren veel aan gedaan. Baltic heeft bijvoorbeeld speciaal voor vrouwen een reddingsvest ontwikkeld. Het ventiel van de Baltic Athena zit horizontaal onder de borst, waardoor dit vest, ongeacht de lichaamsvorm en bijvoorbeeld bij een grotere boezem, comfortabel zit.

Baltic Athena 165N Automatische reddingsvest reddingsvesten Baltic Wit / Roze

Een reddingsvest in de bakskist redt geen levens. Bovendien geldt dat het zijn doel alleen vervult als het correct gedragen wordt. Het zit optimaal wanneer er twee vingers comfortabel tussen het vest en het lichaam of de kleding passen. Maximaal zou er een vuist tussen de sluiting en het lichaam moeten passen. Ook de kruisband moet strak zitten. Hij mag niet ongemakkelijk zijn of iets beknellen, maar moet wel voorkomen dat het vest omhoog schuift. Anders bestaat het risico dat het vest omhoog schuift en mogelijk de luchtwegen afknelt of het draaien naar de bewusteloze positie belemmert. Zonder kruisband bestaat het risico dat het vest over het hoofd schuift als het te los gedragen wordt.